Een astronome (Monique),
die graag fietst en een fietsgek (Marc) die graag astronomie verhalen aanhoort en mooie
plaatjes kijkt gaan natuurlijk fietsend de eclips in de week van 11 augustus
bekijken.
Goed en wel terug uit Zwitserland
waren we dus prima in conditie en volop gemotiveerd om af te reizen naar Noord-Frankrijk.
Via een collega-lid van de afdeling Breda van de NVWS (Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde)
hadden we een mooi doel voor ogen: Een bevriende Franse familie die toegezegd had genoeg
ruimte in de tuin te hebben voor een 15-tal mensen van de NVWS.
Bestemming was dus Noord-Frankrijk, om precies te zijn het dorpje Chacrise, een kleine 15
km. ten zuiden van Soisson. Wie nog nauwkeuriger wil weten waar dit ligt raad ik aan de
bosatlas er eens op na te slaan.
We hadden uitgerekend dat dit een kleine 450 km. moest zijn, wat we
in 4 dagen toch wel moesten kunnen bolwerken. Aangezien de eclips op woensdag plaatsvond
en we uiterlijk dinsdagmiddag wilden arriveren besloten we om zaterdagochtend vroeg te
vertrekken.
Helaas was Monique op zaterdag ziek, althans niet fit genoeg om te gaan fietsen. Een
tegenvaller, maar onder het motto niet geschoten is altijd mis bekeken we
mekaar eens en besloten het dan maar in 3 dagen te proberen. Mochten er onderweg gekke
dingen gebeuren dan konden we altijd nog terugvallen op de trein of op een andere manier
verder zien.
8 augustus 1999, eerste etappe van Breda naar Zeele, 160 km
Zondagochtend vroeg, met een lekker windje in de rug koers gezet
richting Antwerpen. Tijdens eerdere tochten door België hadden we al eens kennis gemaakt
met het begrip jaagpaden, en ook in een geleend boek over de Vlaanderen Fietsroute werden
deze enthousiast beschreven. Kortom: we kozen voor een paar extra kilometers, met het de
voordelen van goed wegdek (allemaal asfalt) snelheid (de bewegwijzerde Vlaanderen
Fietsroute) en rust (geen auto's op de jaagpaden).
Onderweg langs de Schelde
Het doel Antwerpen was gekozen om zo snel mogelijk de Nete op te kunnen pikken, die heel
mooi slingerend zijn weg vervolgt tot Rumst (ten noorden van Mechelen). Hier wordt de Nete
verruild voor de Rupel, die uitmondt in de Schelde. Voor de Schelde geldt, net als voor de
Rupel en de Nete dat er een schitterend jaagpad langsloopt. Prima asfalt en doordat het
weer steeds meer betrok was het ook uitermate rustig. Tevens zorgde de wind ervoor dat de
snelheid zelden onder de 25 km/u uitkwam.
We waren beiden erg verrast dat de Vlaanderen Fietsroute op een zo'n fraaie manier door
dit toch wel mooie land loopt. Onze eindbestemming die dag was Zeele, net voorbij
Dendermonde. Daar zijn bij het Donkmeer enkele campings. Vandaag 160 km. gereden, we
zitten op schema.
Terugkijkend op deze dag kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk toch wel een
behoorlijk aantal kilometers van de kortste weg zijn afgeweken. Maar het was een
prachtige, zorgeloze fietsdag, zoals ik al eerder zei is het constant kunnen volgen
van bordjes erg handig als je meters wilt maken. Zeker in een land als België waar de
bewegwijzering voor fietsers (nog) niet erg uitgebreid is.
9 augustus 1999, tweede etappe van Zeele naar Locquignol, 140 km
Wederom vrij vroeg aan het fietsen (8 uur). Eerst langs
de bakker en dan onze weg vervolgd, langs de Dender die ons vanuit Zeele via Berlare naar
Aalst voert. Het weer heeft inmiddels zijn steeds dreigender uiterlijk waargemaakt: Het is
gaan regenen en het ziet er niet naar uit dat het de komende maanden nog zal stoppen.
Achteraf gezien is dit nogal meegevallen, maar wisten wij veel.
In de regen onze weg gezocht door Aalst, wat niet meevalt omdat het jaagpad daar niet
naadloos langs de rivier loopt, maar een beetje over vage, door de regen erg mistroostig
ogende industriezones. Op karakter en richtingsgevoel het jaagpad toch weer teruggevonden
en verder naar Geraardsbergen. Het lijkt inmiddels meer op raften dan op ligfietsen. Toch
kunnen we nog goed doorrijden, al kan ik door de vallende regen (brildragers weten wat ik
bedoel) het eind van mijn neuspijp, met mijn kilometer teller, nog maar nauwelijks zien.
Maar regen of geen regen, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen door Geraardsbergen te
rijden zonder de bekende Muur te hebben bekeken. Ik heb hem een stukje opgefietst, maar om
mijn flink bepakte fiets nog verder op de door de regen spekgladde kasseien te rijden vond
ik niet verstandig. De week is nog lang en lichamelijke of materiële schade kunnen we
niet gebruiken. Wel voornemens gemaakt hier nog eens terug te komen, het is een erg mooi
kasseiweggetje wat omhoogloopt daar achter op dat marktje.
Geraardsbergen: De Muur
Na Geraardsbergen geschiedt een wonder: Het stopt met regenen. We eten nog wat, drinken
een bak koffie en kijken eens op de kaart. Als we de kaarten eens tegen elkaar leggen,
zodat we zowel de huidige plek als de eindbestemming in beeld krijgen, besluiten we dat we
de Dender maar de Dender moeten laten en iets meer oostwaarts moeten gaan rijden.
Overigens houdt daar ook het jaagpad op, zoals we ondervonden toen we opeens in de blubber
stonden. Verder fietsen was onmogelijk en een stukje lopen bleek de enige oplossing.
Daarna de fietsen enigszins ontdoen van de grote stukken modder, zodat de remmen weer vrij
lopen. De stad Mons is ons volgende doel, vandaar richting Bavay (Frankrijk!) en naar het
iets zuidelijker gelegen Foret de Mormal, waar we een camping hoopten te vinden. En jawel
in het plaatsje Locquignol (spreek uit: Loekie Knol) was midden in het bos een fraai
kampeerterrein. Moe maar voldaan de tent opgericht en gekookt etc. 's Avonds nog wat
regen, maar vergeleken met wat we 's ochtends hadden mag dit geen naam hebben.
10 augustus 1999, derde etappe van Locquignol naar Chacrise, 130 km
De etappe die ons op het afgesproken adres moet
brengen. Grappig, je spreekt met mensen af ergens in een dorp in Frankrijk en arriveert
daar uiteindelijk na een paar dagen fietsen, terwijl de rest een paar uur in de auto heeft
gezeten. Onze manier vind ik iets charmanter, maar ieder zijn smaak.
Vanuit het bos over kilometers lange Routes Forestrières, waarop we niemand zagen behalve
wat herten, verder naar het zuiden. Het landschap is inmiddels overgegaan naar
heuvelachtig. Niet hoog, lang of steil; wel constant over een topje in volle vaart naar
beneden het volgende klimmetje op. Wasbordrijden noemen wij het, al vraag ik me nog steeds
af waar die term vandaan komt (behalve van het authentieke wasbord).
Regelmatig wisselen we de witte- en gele weggetjes van
de Michelinkaart af met een rode, drukkere weg. Niet omdat we deze prettiger vinden, wel
is het zo dat die vaak rechter naar een volgende plaats lopen, minder hoogteverschil
hebben en ons daardoor in staat stellen meer afstand af te leggen in dezelfde tijd. Via de
stad Laon rijden we dan weer over allerlei witte weggetjes door de Noord-Franse heuvels
totdat we uiteindelijk een bord Chacrise 3 zien staan. Het dorp ligt enigszins in
een dal, we komen dus met hoge snelheid onze eindbestemming binnen. Bij een groot huis
staan verschillende Nederlandse auto's. Kan niet missen, hier is het te doen.
Inderdaad komen verschillende bekenden opdraven en worden we tevens verwelkomd door de
Franse gastheer met zijn vrouw. De tent kan in de tuin, er staan er nog vijf, en wij
kunnen douchen en uitrusten.
Tuin met observatorium
Er volgt een gezellige avond. Onze gastheer voorziet ons van lekkere couscous met goede wijn en als toetje krijgen we nog een voorstelling in z'n huistheater van deep-sky CCD opnamen, gemaakt in Zuid-Frankrijk door een eveneens aanwezige, bekende Franse astro-fotograaf. Schitterend.
Uiteraard later dan we de laatste dagen gewend waren de tent in, dit keer aardig rozig door de genuttigde wijn. Tijdens de terugtocht naar de tenten wordt er al volop gespeculeerd over de aanstaande eclips. Hoe zal het weer zijn is het meestbesproken onderwerp. Structureel gezien belooft het niet veel goeds, maar het is tevens onvoorspelbaar genoeg om ons een onvergetelijke dag te bezorgen. Nog één nachtje slapen....
11 augustus 1999, de grote dag
Vroeg wakker, onder een bewolkte hemel. Via de radio
vernomen dat het weer in de totaliteitszone boven Engeland, Frankrijk en Duitsland overal
is zoals hier: Onvoorspelbaar. Sommigen gaan geluk hebben, anderen zullen het met minder
moeten doen.
In het begin denken we dat we bij de laatste categorie zullen horen. Gelukkig trekt de
bewolking later open en we kunnen de meegebrachte brilletjes uitproberen. Met de
verrekijker, voorzien van speciale filters kunnen we zelfs de zonnevlekken op de half
verduisterde zon waarnemen. Een bijzonder mooie ervaring.
De opstellingen in de tuin
Maar helaas...
Een klein halfuur voor de totaliteit slaat het noodlot toe: Een enorm wolkendek nestelt
zich tussen ons en de hemel. Dat hadden we niet afgesproken. Tijdens de totaliteitsfase
missen we dus de aanblik van de afgedekte zon (met corona, diamantsnoer en parels van
Bailey). Wel zien we op onze vrij hoge positie de maanschaduw naderen, het wordt
razendsnel donker. Vergelijk het met het gestaag uitdraaien van de verlichting met een
dimmer. Het licht valt echt in een paar tellen weg. Niet aardedonker, wel onheilspellend
en onwerkelijk. Ook op andere manieren doet de natuur van zich spreken: Vleermuizen komen
uit hun schuilplaats, zwaluwen cirkelen rond, hanen kraaien.
Na een dikke twee minuten gaat het licht vervolgens nog sneller aan als dat het uitgegaan
is. Iedereen is duidelijk onder de indruk van het schouwspel. In eerste instantie zijn er
wel wat bedrukte gezichten en licht balende collega's, maar al snel beseffen we dat we
echt iets bijzonders hebben meegemaakt: Ondanks (of is het dankzij de bewolking) hebben we
de eclips echt beleefd. Het ontbreken van de corona zorgde ervoor dat onze aandacht
volledig terecht kwam op de beschreven verschijnselen. Dit maakte het absoluut de moeite
waard; opmerkingen in de categorie hebben jullie daar heel dat eind voor gefietst
kunnen we dus wegwuiven.
De gedeeltelijke verduistering
Later trok de bewolking nog even weg, zodat we nog een fotootje konden maken. Nadat de
maan en de zon weer uit elkaars vaarwater verdwenen waren stond er nog een buffet voor ons
klaar. Hierbij op het gemak de eclips nog eens geavalueerd en gezellig nagekletst.
Aan het eind van de middag afscheid genomen van onze gastheer en -vrouw om nog een stukje
te fietsen. Omdat we gepland hebben zaterdag deel te nemen aan Luik Bastenaken Luik gaat
de reis nu naar het noord-oosten; in eerste instantie richting Laon. Na een kleine 50 km.
vinden we een camping en besluiten hiervan gebruik te maken. Het heet hier Pancy
Courtecon.
Wat een dag....
12 augustus 1999, vijfde etappe van Pancy Courtecon naar Olloy-s-Virion
Volop in de Ardennen aangeland, wat inhoudt dat er echt geklommen moet worden. Ondanks het feit dat we ietwat vermoeid beginnen te worden rijden we toch 130 km. Soms vraag ik me af waar we de energie vandaan halen. We komen vandaag door een prachtig fietsgebied. Van het gerimpelde Noord-Frankrijk naar de heuvelachtige Ardennen.
Door Noord-Frankrijk hebben we vaker gefietst (oa. op
weg naar de Middelandse Zee). We weten dus, zoals ik
al eerder heb beschreven, dat er veel klimmetjes zijn die het allemaal vrij vermoeiend
maken. Ook in de Ardennen zijn we niet geheel onbekend, zie andere verhalen op deze site.
Het gebied daartussen, is echter ook zeer fraai. Met de Michelinkaart in een kaartenzak om
de nek, zoveel mogelijk de witte weggetjes volgend, fietsen we door het glooiende
landschap richting Belgisch-Franse grens. Deze bereiken we bij het dorpje Rièzes, vanwaar
het nog een kleine 30 km. is naar Couvin.
De omgeving is prachtig: Erg bosrijk, wel heuvelachtig. Als je er tegenopziet om veel te
klimmen kun je deze streek beter mijden.
In Couvin, wat als iets grotere plaats op de kaart
staat, hoopten we een camping te vinden. Helaas, pindakaas. Of hij is er niet, of we
hebben er overheen gekeken. Wel een tip gekregen om naar Olloy te gaan, waar zeker een
camping is. Die 10 km kunnen er nog wel bij.
Inderdaad is daar een camping, wel bovenaan een steile klim. Altijd lastig te schatten,
maar zeker boven de 10%. Na die voorgaande 130 km. was dit zeker een waardige afsluiter.
13 augustus 1999, zesde etappe van Olloy-s-Virion naar Tilff
Omdat morgen LBL plaatsvindt en we eigenlijk nog 120 km moeten fietsen besluiten we na 50 km. de trein van Dinant naar Luik te nemen. Voordeel is dat we vrij vroeg op de (kleine) camping zijn, waar we niet gereserveerd hebben en dus nog een goede plaats uit kunnen zoeken.
We hebben gefietst van Olloy naar Dinant, 's ochtends door erg dikke mist. Hierdoor was het koud en kil, waren de afdalingen vervelend en de klimpartijen nog vervelender. Monique kon ternauwernood een valpartij voorkomen na mis te schakelen op een steile helling. Ze ving haar gewicht op met haar toch al enigszins gevoelige achillespees. Dat was geen pretje. Na een kilometer of twintig begon de mist te verdwijnen. Vanaf Givet reden we over een hele mooie weg langs de Maas, die hier ingeklemd ligt tussen de steile rotsen. Deze weg loopt al slingerend door tot in Dinant, waar we de trein dus namen.
Om een uur of één in Luik gearriveerd, nog een kleine 15 km. naar Tilff zodat we de rest van de middag lekker konden luieren. De supermarkt eens bezocht en wat rondgeslenterd; mensen en fietsen bekeken op de camping (vol met LBL deelnemers) en wat gelezen. Monique dubben of ze wel of niet deel zal nemen. Wel omdat ze er veel zin in heeft, niet omdat ze best veel last heeft van haar achillespees. Uiteindelijk besluit ze niet mee te doen, wat achteraf zeer verstandig blijkt.
14 augustus 1999, Luik Bastenaken Luik
Zie verslag
15 augustus 1999, per trein naar huis
Vanaf Tilff naar Luik gefietst en van hieruit met de trein naar Breda. Een voorspoedige reis, lekker rustig in de trein.
Terug naar Vakantie op de ligfiets