Deze tocht vanuit Breda door België naar Luxemburg is een rondje wat in het ANWB tijdschrift OP PAD ooit is verschenen (nummer 7, oktober 1995). Voor het gedetailleerdere werk hebben we gebruik gemaakt van de Michelinkaarten nummer 213 en 214. Hier volgen de belevenissen.
Tent en tandenborstel in de fietstassen gepakt en vanuit Breda gaat het richting Maastricht (de wind mee langs het Schelde Maas kanaal: zoefffffff) waar we in Elsloo na zo'n 140 kilometer de eerste nacht gekampeerd hebben. Via Gulpen (Gulperberg!) verlaten we Nederland bij het plaatsje Geulle in Zuid Limburg en rijden vanaf daar via Henri Chapelle richting de Hoge Venen. Na enkele kilometers begon het te miezeren ter verhoging van de feestvreugde zodat we onder het genot van het regenpak de talrijke hellinkjes moesten beklimmen. Het ziet er vast prachtig uit als de zon schijnt.....Een pittige stijger langs Barage de la Gileppe waar we bovenaan opgewacht werden door een enorme stenen leeuw. Vanwege het prachtige weer (maar niet heus) besloten we op de eerste de beste camping die we tegenkwamen de tent op te slaan. Vlak voor het dorpje Jalhay zag het er op het eerste gezicht naar uit dat dat zou gaan lukken. Langs de weg lag een camping waar we niet vriendelijk ontvangen werden en waar het terrein veranderd bleek te zijn in een moeras. Tevens werd het gebruikt als scouting-kamp en manege zodat we besloten toch maar door te rijden, na een kop koffie en een lach-salvo van de stamgasten aan de bar. Via een prachtige (op de kaart witte) weg uiteindelijk in Sart-Station vlakbij Spa een leuke camping gevonden. Een sappige plek aan het water uitgezocht aan een riviertje. Omdat het nog steeds regende besloten in de kantine te gaan eten in plaats van zelf de benzinebrander aan te lopen. Een vegetarisch menu op z'n belgisch: frieten met salade en een batterij gekookte eieren voor de zo noodzakelijke eiwitten. Terug bij de tent gekomen bleek dat we gezelschap gekregen hadden van een andere dappere kampeerder: een jongeman uit engeland die per motorfiets europa aan het verkennen was. Hij was erg onder de indruk van de belgische rijstijl.
Afijn, de volgende dag de natte zooi weer ingepakt en op weg gegaan via Hockay dwars door het natuurpark Hautes Fagnes. Genieten van de prachtige uitzichten bovenaan de hellingen. Op het gemak via Ovifat naar Robertville getuft. Hier is een leuke camping waar we al eerder hebben gekampeerd toen we de GR56 gelopen hebben enkele jaren geleden. Hier ons basiskamp opgeslagen en terwijl de één de slaapzak alvast ging testen (of die wel vlak lag en zo) ging de ander nog een rondje fietsen naar het prachtige chateau van Reinhardstein. Gelukkig werd de weersgesteldheid wat beter. 's Avonds nog een toer gewandeld en staan kijken naar het opstijgen van enkele luchtballonnen. Lekker ontspannen dagje dus.
En zo werd het weer snel de andere dag. De fietsen wederom ingespannen en op weg door uitgestrekte bossen naar Faymonville en Heppenbach. Stevige hellingen door dichte bossen over wegen waar haast geen verkeer is: heerlijk! Na Schönberg de belgisch-duitse grens overgestoken, hier kom je in het Parc Naturel Hautes Fagnes-Eifel terecht, het duitse deel van de hoge venen. Via Bleialf een landelijke route gevolgd richting Luxemburg, waar we uiteindelijk het riviertje de Our op hoogte konden volgen. Bij Dasburg afgedaald en langs de Our (drukke weg helaas) naar Vianden getuft.
Vanaf hier volgt een strakke afdaling naar Vianden
Ruim 120 kilometer op de teller, erg voldaan over de prachtige tocht die we die dag gereden hadden. Ook in Vianden waren we al eens eerder geweest (nostalgie!). Zelfs de campingbazin was nog steeds even chagrijnig als jaren terug. Onze tent aan de Our geparkeerd en onder het "genot" van bewonderende blikken van overige kampeerders (betreffende de fietsen denken we) gekookt en gegeten. 's Avonds een wandeling door het dorp gemaakt (weet je nog toen..?) en in de kleine uurtjes lekker geslapen terwijl de rivier vrolijk verder klaterde.
het kasteel van Vianden
En zo werd het weer snel de andere dag. De boel
ingepakt en bij de plaatselijke bakker allerlei heerlijkheden gekocht. Door de supersteile
straatjes naar een hoog punt in Vianden gereden waar we in het zicht van het grote kasteel
op een bankje ons ontbijt genuttigd hebben. Hierna nog verder geklommen richting Mt. St.
Nicolas, achteraf bleek een stijgingspercentage van 12 %: vandaar dat de groep mopperende
en giechelende scouts net zo snel liepen als dat wij fietsten..... Een geweldig mooie
route gereden met allerlei unieke uitzichten op het riviertje de Sûre langs allerlei
bekende plekken zoals Esch, Wiltz en Clervaux. Hele stukken zijn vrij vlak maar af en toe
moet er ook flink geklommen worden om uit het dal te geraken. De stadjes zijn lieflijk en
de verleiding om steeds maar weer op een terrasje te gaan zitten genieten is erg groot.
Via Troisvierges naar Hautbellain waar we Belgie weer binnenreden. Een stuk door de
weilanden en na een aantal kilometers een (op de kaart) groene weg genomen die met recht
'schilderachtig traject' genoemd mag worden. Een afdaling naar de Ourthe waar we aan de
oever hebben zitten picknicken. Weer het dal uit, na Baclain de bossen weer in richting
Lierneux en over de groene wegen langzaam afgedaald. Uiteindelijk aan een vriendelijke
mevrouw in een groot landhuis in 't frans de weg naar een camping gevraagd. Die bleek aan
de andere kant van de heuvel te liggen en de enige weg die daar naartoe ging liep over de
top. Dus een stevige klim gepleegd naar Grande Bru en een nog stevigere naar de camping.
Op een zo goed als leeg veld de tent opgezet -wederom- aan het water. Zo'n 100 kilometer
op de teller, moe maar voldaan.
Vroeg opgestaan na een heerlijke nacht waarin dromen over vers gebrouwen Trappistenbier de
hoofdrol speelden. Dit alvast met het oog op een voor vandaag gepland bezoek aan de Abdij
van Val Dieu. Na veel vieren en vijfen de verkeerde weg naar Aywaille genomen: een vieze
stinkweg met veel verkeer. Dit gold ook voor het vervolg naar Pepinster. Daar aangekomen
hadden we er zo genoeg van dat we de eerste de beste polderweg die we zagen inreden. Met
als gevolg een enorm stijgingspercentage maar wel een oneindig mooier traject. De 'witte'
wegen gevolgd om Verviers heen en na een flink aantal kilometers (zowel in de hoogte als
in de breedte) kwamen we aan bij de al eerder genoemde abdij van Val Dieu. Om er tot onze
schrik achter te komen dat het enige dat hier gebrouwen wordt abdij-kaas is.
Ook lekker, maar in eerste instantie niet echt de bedoeling..... Ondanks dat is een bezoek aan deze abdij de moeite waard! Onze bidons gevuld met water en na een pauze verder vertrokken richting het drielandenpunt in Vaals. Eerst volgen we richting Aachen en na een laatste pittige klim staan we weer in Nederland. Het is even wennen aan het feit dat er hier aparte paden voor fietsers zijn, iets dat anders zo gewoon is. Omdat we het tentenleven nog lang niet beu zijn besluiten we in Vaals nog een nacht te kamperen. Zo gezegd zo gezegd en we belanden op een boerderijcamping waar de boer tot midden in de nacht bezig is met balen stro fabriceren op z'n land.
op doortocht
De andere dag rijden we door landelijk Limburg naar de trein in Heerlen en zit onze
fietstrip er weer op.
Terug naar Vakantie op de ligfiets