Ligfiets toertochten


Door diverse enthousiaste ligfietsers verspreid over Nederland worden speciale toertochten voor ligfietsen georganiseerd. Meer info hierover is te vinden in de rubriek clubs of evenementen van de ligfietsplaza.

Logo PLAT ZWOLSCH

Niet onvermeld mag Plat Zwolsch blijven, een gedreven groep uit Zwolle, contactpersoon en initiatiefnemer Paulus den Boer. Maandelijks worden in groepsverband verschillende tochten verreden, toegespitst op ieders kwaliteiten en ambities.
Een andere persoon die ik graag wil noemen is Toni Cornelissen, organiseerde in 1998 en 1999 meerdere toertochten. Meer info op z'n thuispagina. Aan de toertocht 'Brabantwerpen' heb ik deelgenomen in 1998, wat erg goed bevallen is.

De tochten die ik hieronder beschrijf zijn geen spreciale ligfietstochten. De meeste zijn open toertochten waaraan meestal enkele duizenden racefietsers en gemiddeld 3 ligfietsen deelnemen. Toch is de sfeer onderweg echter heel leuk, ondanks het 'afwijkende' model waarop ik fiets zijn de reactie vrijwel altijd erg positief.


1. Mijn favoriete trainingsrondje.

De titel doet misschien vermoeden dat ik een kilometervretende die-hard ben, maar ik moet je teleurstellen. Ik fiets gewoon graag, en iets wat ik graag doe probeer ik dan ook zo vaak mogelijk te doen. Bovendien vind ik het nodig om voor een langere tocht als bijvoorbeeld Luik Bastenaken Luik wat te trainen.
Na enig verkenningswerk heb ik nu een vrij rustige tocht vanuit Breda ontdekt met een lengte van ongeveer 130 km. Voor sommigen misschien wat lang, anderen vinden het misschien net niet lang genoeg. De eerste categorie kan halverwege al afbuigen richting Breda, de tweede kan hem bijvoorbeeld twee of drie keer rijden.

Vanuit Breda rij je richting Dorst, over het slechte fietspad langs de weg naar Tilburg. In Dorst sla je linksaf, het spoor over, de asfaltweg volgend tot de kruising met de drukke verkeersweg tussen Oosterhout en Rijen. Steek deze over en rij verder in de richting van Dongen.

In Dongen langs de kerk rechts aanhouden en richting Loon op Zand volgen. In Loon op Zand kun je linksom of rechtsom langs de Loonse- en Drunense Duinen rijden. Voor diegenen die een picknickmand bij zich hebben is het hier de ideale gelegenheid deze te openen en te legen. Zorg er daarna voor dat je bij het kanaal uitkomt, neem het fietspad wat er links van ligt richting Waalwijk (een smal fietspad tussen bomen met een perfect wegdek).Voorbij Waalwijk richting Drongelen volgen (pontje). Vanaf Drongelen gewoon het water aan je rechterhand houden, dorpjes die je passeert zijn: Wijk- en Aalburg, Veen, Andel, Rijswijk, Woudrichem. Voorbij Woudrichem naar Werkendam waar je het pontje kunt nemen naar de Kop van 't land en verder rijden richting de Moerdijkbrug. Over de brug kun je kiezen: het fietspad langs de A16 volgen en via Zevenberschen Hoek en Terheijden terug of van de brug afkomend links onder de dijk richting Lage Zwaluwe rijden en via Hoge Zwaluwe, Made, Den Hout en Teteringen Breda weer binnenrijden.

Ik geef toe: niet een echt gedetailleerde beschrijving, maar als het je nieuwsgierig maakt, kun je me altijd een mailtje sturen, dan maak ik zeker een nauwkeurigere beschrijving.

 

2. De toerklassieker Luik - Bastenaken - Luik (1997).

Al een hele tijd had ik er zin in, maar het was er nooit van gekomen.....
1997 werd dus het jaar van mijn eerste LBL, en het zal niet de laatste zijn!!!
Met nog vijf mensen vertrok ik 's ochtends om half zes vanaf de camping in Tilff richting Luik. Een rustig fietspad langs de Ourthe met een paar afschuwelijk slechte kasseistroken.
Aangemoedigd door mooie plaatjes in verschillende tijdschriften en verschillende kennissen die ook weer kennissen hadden met mooie verhalen stond ik 9 augustus aan de start. Samen met nog ongeveer 3000 vrouwen en mannen die dezelfde plannen hadden als ik.
Het was al een paar dagen aardig heet, rond de 30 graden, dus de vooruitzichten waren redelijk zwaar, maar om zes uur 's ochtends was er niemand die daar al aan dacht. Op het moment dat we Luik verlieten was de zon nauwelijks op, hing er van die het-wordt-weer-een-warme-dag nevel over de heuvels, kortom een plaatje.
Van de echte die-hards vernam ik dat het parcours enigszins gewijzigd was ten opzichte van het vorige jaar, en dat het er waarschijnlijk niet lichter op was geworden. Enigszins ongerust fietste ik verder, nauwelijks in staat een vaag gevoel te onderdrukken wat me zei: het is nog 240 km., het wordt bloedheet en de laatste 80 km, dus na 160 niet vlakke kilometers, zijn het zwaarst.


Slechts 11%

Waar zijn wij helemaal mee bezig?????

Na 22 km. kregen we de eerste klim (volgens het boekje, niet volgens het gevoel) naar Kin-Stoque. Hele mooie klim, mij vooral bijgebleven doordat ik halverwege een lekke band kreeg. We vervolgden onze tocht in de richting van Baraque de Fraiture, de eerste stempelpost en tevens werden hier mueslirepen uitgereikt. Een drukte van belang, na ongeveer 60km was het peloton nog redelijk gesloten. Hier was tevens het hoogste punt van vandaag (638 m), wat werd bereikt na een lange klim. Ik kan niet zeggen dat hij erg steil is, maar je kunt evenmin spreken van vals plat; noem het maar slopend. De weg loopt verder in de richting van Bastogne, lekker glooiend, veel door de Ardense bossen met uiteraard prachtige vergezichten.

Rond kwart over elf arriveerde ik in Bastogne, waar de tweede stempelpost is, en tevens yoghurt/rijstepap op ons stond te wachten. De teller stond op 101 km, nog niet halverwege dus, maar ik voelde me nog prima.
De dertig kilometer na Bastogne zijn wel de vlakste uit het parcours, deze werden dan ook binnen een uur afgelegd, het ging fantastisch. Na deze adempauze begonnen de klimmetjes elkaar op te volgen, eerst naar Langlire en vervolgens de Cote de Wanne. De laatste was al een serieuze test van mijn klimvermogen. Ik worstelde en kwam boven waar een stempelpost en tevens wat zoets voor wie lekker is. De temperatuur liep ondertussen ook flink op en ik heb later gehoord dat het die dag 32 graden was. Bovendien werd het vanwege smog afgeraden buiten (zwaar) lichamelijke arbeid te verrichten.
De Wanne zat nu dus ook in de pocket, afdalen dus, wat met de nodige zorg moest gebeuren in dit geval omdat dit een verraderlijke afdaling is. Eenmaal goed en wel beneden moesten we in Trois Ponts rechtsaf en maakte ik kennis met de Cote de Haute Levee, in mijn herinnering zeer steil in het begin maar op karakter doortrappend wel te doen. Dat het ook anders kan bewijst de volgende op mijn routebeschrijving beschreven beklimming: La Gleize; voordat ik er erg in had was ik er bovenop. Hetzelfde geldt overigens voor de Cote de Maquisard. Tussen deze twee puisten in ligt echter de Rosier die van een iets ander kaliber is. Niet echt steil, wel lang, maar ook prachtig slingerend, genieten dus.
Als afsluiter van het klimgeweld stond de Redoute op het programma. Toen ik deze in de verte zag liggen wist ik al hoe laat het was, tijd voor een korte wandeling. De temperatuur en de voorafgaande 220 km op het zware parcours hadden zijn tol geeist. De aanblik van het omhoogkruipende asfalt, aan het eind 20%, bezorgde mij ogenblikkelijk een mentale vormcrisis. Getroost werd ik door het feit dat ongeveer 70% van de deelnemers voor of achter mij ook liep.
Boven aangekomen begon ik me echt leeg te voelen. Je moet bij 32 graden maar eens probreren een broodje kaas wat al vanaf half vijf 's ochtends in een fietstas zit naar binnen te krijgen. Eet smakelijk!! Maar weer een banaan dus.
Nog een dikke dertig kilometer te gaan en ik bad Onze-Lieve-Heer zowat van zijn kruis af dat het parcours vanaf nu vlak moge zijn (of beter: afdaalt) en dat de wind mij in de rug zal blazen. Het moge duidelijk zijn dat dit laatste stuk wederom een flinke aanslag op mijn doorzettingsvermogen pleegde.
Het gevoel dat ik had toen ik het FINISH doek zag (19:15 uur) laat zich dan ook absoluut niet beschrijven. Mijn fiets tegen een muur gezet en in een moeite twee blikjes IceTea naar binnen geschoven. Het gevoel dat ik toen kreeg laat zich prima beschrijven: ik moest kotsen en dacht dat ik dood ging. Uiteindelijk bleek het allemaal nogal mee te vallen en na een flinke rustpauze en nog wat mensen van de camping te hebben ontmoet, knapte ik enigszins op.
Met z'n drieen terug naar de camping, langs de Ourthe. Het was heerlijk afgekoeld, de lucht was fris en van het rustig terugfietsen werd ik weer helemaal de oude. In ieder geval fit genoeg om met een paar glazen wijn deze gebeurtenis met wat mensen te evalueren om tot de conclusie te komen dat het een erg bijzondere dag was.

   Luctor et emergo             Wat een opluchting: de tent          Laat maar aanrukken die wijn !!!!!!

Samenvattend:

Wie gedetailleerdere vragen over de route/camping/bereikbaarheid of whatever heeft, moet mij maar even een mailtje sturen, dit zal ik graag beantwoorden.

 

3. De toerklassieker Luik - Bastenaken - Luik (1998).


Wie is die vent??Met dezelfde bedoeling naar Luik afgereisd als een jaar eerder. Op de camping weer een plaatsje gezocht, grappig is dat we direct enkele bekenden van een jaar eerder tegenkwamen. In de sfeer van ouwe jongens krentenbrood dus direct allerlei sterke verhalen opgehaald, een betere voorbereiding is nauwelijks denkbaar.
Aangezien de route precies hetzelfde is dan in 1997 verwijs ik graag naar het bovenstaand relaas voor details hierover. Wel merkte ik dat ik dit jaar meer kilometers in de benen had, waardoor ik veel frisser aan de finish kwam, met een iets hoger gemiddelde. Wat ook scheelt is dat ik de eerste 160 km. (tot de Wanne) samen met een collega heb gefietst. Op de Redoute werd ik dit jaar opgewacht door Monique die koffie en ander lekkers bij zich had.

Samen het laatste stuk naar Luik gefietst. Na wat colaatjes en een herinnering terug naar de camping. Een pastamaaltijd weggespoeld met een flesje wijn. Gedouched en samen met een oude bekende uit de fietsbus (helaas weet ik z'n naam niet) afscheid genomen van een mooie dag met enige witbiertjes en een evaluatie van de gereden tocht.

Een ding is zeker: in 1999 sta ik weer aan de start....

 

4. De toerklassieker Luik - Bastenaken - Luik (1999).


Zoals in bovenstaand verhaal te lezen is: Belofte maakt schuld. Dus stond ik dit jaar ook weer om zes uur 's ochtends in het centrum van Luik, bij het Holiday Inn samen met vele anderen. Dit jaar had ik afgesproken met Peter, een fanatieke ligfietser, om samen de 240 km. aan te pakken.
In tegenstelling tot Peter en mij waren de weergoden een stuk minder in vorm. Toen ik om kwart over vijf vertrok vanaf de camping in Tilff was het al aan het regenen, toen we vertrokken vanuit Luik (6:15u) was het nog steeds aan het regenen. Een paar uurtjes uitgezonderd in de middag, bleef het de hele dag regenen. Soms heel hard, andere momenten iets minder hard. Mijn conditie was dit jaar vrij goed, ik kwam vrij fit aan de finish. Ondanks een rugblessure die mij drie weken van het fietsen heeft afgehouden.
Een voordeel was ongetwijfeld dat we in de week voorafgaand aan LBL naar Noord Frankrijk waren gefietst om de eclips te aanschouwen. Flink wat kilometers in de benen dus.

De tocht was ondanks de regen en plaatselijke kou (bij Baraque de Fraiture 11 graden gecombineerd met een straffe wind) wederom goed bevallen. Uiteraard is een zonnige tocht interessanter omdat je af en toe eens ergens in de berm kunt uitrusten, bij de stempelposten in het gras kunt liggen etc., als je bij een tocht als deze onder dergelijke omstandigheden de finish haalt is de voldoening misschien wel groter.

Na de finish wat warms gedronken in het hotel en vervolgens terug naar de camping. De regen was minder geworden, het is natuurlijk ook mogelijk dat ik het verschil tussen nat en droog niet meer voel. Wat ik wel voelde was de koude douche op de camping. Zoals al eerder gezegd: een gezellige camping, maar als je niet vroeg genoeg terug bent is helaas het warme water op. Toch mocht dit de pret van de terugkomst niet drukken; een fles Cote de Mont Ventoux lag al de wachten, samen met een verse salade fietste dit er goed in.

Conclusie: een leuke dag, volgend jaar weer...

 

5. Limburgs Mooiste, de toeruitvoering van de Amstel Gold Race (1998).

Aangestoken door enthousiaste anekdotes van bekenden en verhalen die her en der de ronde doen, besloot ik mijn vrije dagen rond Hemelvaart eens door te brengen in Zuid Limburg om aldaar de toeruitvoering van de Amstel Gold Race, ook wel bekend als Limburgs Mooiste, te rijden.
Omdat deze tocht op donderdag wordt verreden, had ik woensdag ook maar alvast vrij genomen om wat warm te draaien. Helaas ging dit ook gepaard met wat lekke banden die mijn vertrouwen in mijn materiaal drastisch deden slinken. Toch 's avonds in sporthal Kaldeborn mijn startbewijs/stempelkaart en nog wat energiepreparaten opgehaald. Mijn voornemen vroeg te starten werd stevig op de proef gesteld door de vele aanwezige bikkels, die nonchalant spraken over rond een uur of acht vertrekken voor die 250 km., mijn plan was zo rond openingstijd (5 uur) te vertrekken.
Donderdagochtend liep de wekker dan ook om 4:15u af (we stonden op een camping in Voerendaal, zo'n kleine 10 km. van het startpunt). Tas ingepakt, wat opgefrist en rond 4:45u op 't gemak weggepeddeld. Gestempeld om 10 voor half zes, eerst nog een interview gegeven aan de lokale omroep (TV Limburg o.i.d., wiens journalistieke zintuigen bij het zien van een dergelijke fiets onweerstaanbaar geprikkeld werden). Kortom: om half zes was ik dus eindelijk weg.

Nadat we Heerlen verlaten hadden kwam al vrij snel de eerste heuvel in zicht: de klim van de Ubachsberg naar het gelijknamige dorp wat we aan de andere kant weer verlieten om via de Koekoeksberg en de Fromberg naar Schin op Geul te rijden. Bij kenners gaat er al een lichtje branden: jawel, in Schin op Geul linksaf ri. Keuteberg. Ik blij dat die vroeg in de ronde zat want na 16 km. lukt me dit nog wel, maar na een dikke 240 weet je het nooit.
Via achtereenvolgens Ingber, Scheulder, Ijzeren, Berg en Terblijt en Geulhem moest de Geulhemmer berg opgereden worden. Daarna werd koers gezet richting Meerssen (de laatste jaren bekend als startplaats van het NK) om de Kleine Raarberg te beklimmen. Via de nauwelijks merkbare Biesenberg (tussen Humcoven en Scietecoven) en de mooie Slingerberg (vanuit Geulle), de Adsteeg (vanuit Beek) die ik alweer vergeten ben, de verassend interessante Stammenberg (Tussen Schinnen en Nuth) en de grote onbekende Jeugrubbe rijden we weer terug naar Kaldeborn.

De eerste 100 km. zitten erop, het is inmiddels 10 uur en na bijna 4.5 uur fietsen neem ik een eerste lange pauze . Drink, eet, klets en kijk wat en besluit om half elf aan het tweede gedeelte te beginnen. Het leuke aan deze tocht is dat hij bestaat uit twee lussen, die elkaar nauwelijks overlappen en die ook afzonderlijk gereden kunnen worden. Samen vormen ze dus de lange (250 km.) variant.

Het is nu een stuk drukker, omdat behalve de vroege vogels die de langste afstand rijden ook de renners voor de 150 km. zich in het 'peloton' vervoegen. Je krijgt daardoor nogal eens de neiging je ogen van de markeringen af te halen en alleen op de omgeving en de renners voor je te letten. Waartoe dat kan leiden heb ik ondervonden: zonder het te weten rijd je achter een paar autochtonen aan die een trainingstoertje aan het rijden zijn. Sta ik daar binnen 2 km. drie keer voor een stoplicht, terwijl de organisatie belooft had dat in 250 km. maar een stoplicht zit. HIER KLOPT DUS IETS NIET! Een kilometer of drie teruggereden en toen zag ik de pijl wel die ik eerst finaal gemist had.

De tweede lus vertrekt in de richting Simpelveld, waar de oude Huls beklommen wordt. Daarna wordt koers gezet richting Eys, na eerst onderweg nog op de foto te zijn gegaan op de Schulsberg. In de volgende 10 km. volgen de Kruisberg, Eyserbosweg en Dode man elkaar snel op. Dit kunnen we gerust het zwaarste gedeelte noemen, mocht het een wedstrijd zijn zou ik hier de schifting uitvoeren. Het is echter geen wedstrijd, ik houd me dus rustig en ploeter naar boven.
Na deze koninginnestrook verlaten we Zuid Limburg even in de richting van België (via de Koning van Spanje kant van de Gulpenerberg), naar Teuven om precies te zijn, van waaruit het Bovenste Bosch wordt beklommen. Uiteindelijk komen we via de Vijlenerberg (door het Vijlenerbos: heel mooi stuk) en de Schutteberg in Vaals vanwaar het drielandenpunt wordt opgezocht.

Dit is tevens het hoogste punt van de route (ruim 300 m., bovenop de Vaalserberg). Inmiddels zo'n 170 km. op de teller en ik zie op het routekaartje dat van de resterende dertien klimmetjes ik er geeneen ken. Dit zegt natuurlijk veel over mijn Zuid Limburg kennis, maar vooral over de organisatie die er mijns insziens ruim in is geslaagd ons over verkeersarme wegen door de (in mijn ogen) minder bekende delen van dit stukje Nederland te sturen.

Van de hellingen Remersdael, Mosdellen, Kutersteenberg en Grensheuvel staat me alleen nog bij dat ik er volop heb genoten van de omgeving en dat ik boven ben gekomen. Ook de volgende kilometers met de Snouwenberg en Bronckberg zijn een beetje uit mijn kortetermijn geheugen verdwenen. De Bemelerberg, mij bekend van het Pieterpad, vond ik een leuk klimmetje wat zonder problemen opgereden kan worden. Grappig is dat op het wegdek de tekst WK'98 Valkenburg, Bemelerberg 11% staat gekalkt. Lijkt me iets overdreven die 11%, ook de Kruisberg zou 11% zijn terwijl die nogal wat steiler is dan de Bemelerberg.
Tenslotte In de Schreub, Ravenbos, Goudsberg, Karstraat, Wachelderberg en tenslotte de Kleekampsweg (reeds terug in Heerlen) om via het doek van de laatste kilometer weer uit te komen bij het sportpark.

Bij de finish aangekomen blijkt het kwart over zes te zijn, een gemiddelde van 22,2 km. Ik ben opmerkelijk fit, afgezien van wat vermoeide spieren en benen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de goede voeding waarop ik mezelf onderweg heb getracteerd (5 bananen, 10 broodjes, 3 energierepen, 6 bidons energiedrank en dorstlesser, diverse pakjes sultana). Uiteraard is het gezellig druk in en rond de sporthal. Leuk dat ik wordt opgewacht door Monique. Samen de tocht even wat besproken en een en ander gedronken. Nog een herinnering in ontvangst genomen, de foto van de Schulsberg gekocht en daarna richting Voerendaal: eten bij de tent. Later op de avond nog een paar Hoegaardens en rijkelijk vroeg vallen mijn ogen dicht.
Ik kan dit gerust een geslaagde dag noemen!!!

en dat is één....en dat is twee....en dat is drie....en dat is vier....en dat is vijf

 

Samenvattend:

Ook hier geldt weer: wie wat meer info wil: laat het gerust even weten. Ik ben altijd bereid tot in den treure over (lig)fietsen, toertochten etc. uit te wijden.

 

6. Limburgs Mooiste, de toeruitvoering van de Amstel Gold Race (1999).

Na de goede ervaringen van 1998 besloten in 1999 weer af te reizen naar Heerlen. Woensdag een vrije dag genomen om naar Heerlen te fietsen vanuit Breda. Donderdag de toertocht en vrijdag ook vrij genomen om weer terug te rijden. Omdat ik het jaar ervoor gezien had dat ook bij de startplaats (sportpark Kaldenborn) een camping was ingericht besloot ik dit jaar niet moeilijk te doen en de tent daar op te slaan. In 1998 stonden we op de camping in Voerendaal, wel een leuke camping, maar toch weer een dikke 10 kilometer fietsen naar de start, het sportpark is ook nog eens lastig te vinden voor mensen die nog nooit in Heerlen geweest zijn, zoals ik.
Ik moet zeggen dat het erg comfortabel was om op loopafstand van de start te kamperen (alhoewel de echte start dit jaar net buiten Heerlen lag in verband met de verwachtte drukte. De sfeer is ook erg leuk op zo'n grasveld met allemaal fietsers bij mekaar.

Wat de tocht betreft weer een pluim voor de organisatie: ongeloofelijk hoe die mensen ook dit jaar weer een tocht hebben uitgezet door Zuid Limburg (en een stukje België) zonder één stoplicht over vrijwel alleen maar rustige weggetjes. Mooi uitgepijld en een versnapering bij de stempelposten.

In tegenstelling tot LBL zetten ze bij Limburgs Mooiste ieder jaar een ander parcours uit. Zo kom je nog eens ergens. De afstand die ik gereden heb was 255 km. Deze is opgebouwd uit twee lussen: eerst een lus van 100 en dan één van 155 km, die ook afzonderlijk zijn te rijden voor mensen die liever een kortere afstand rijden. In deze 255 km. zitten ongeveer 30 heuveltjes, waaronder o.a. de Cauberg (in beide lussen), Keutenberg, Eyserbosweg en nog veel meer bekende en minder bekende hellinkjes.

Kortom: wederom een erg leuke tocht waar ze mij volgend jaar zeker weer terugzien.

 

7. Ronde van Vlaanderen.

Eigenlijk vond ik dat ik mijn toertocht curriculum vitae de Ronde van Vlaanderen niet mocht ontbreken. Na al enkele jaren te hebben getwijfeld dit jaar toch maar eens slagvaardig afgereisd naar Brugge. Een belangrijke factor was het al de hele week aanhoudende lekkere voorjaarsweertje, wat me perfect toerweer leek. Voor de eerste week van april was dit eigenlijk hoogst uitzonderlijk. Vrijdagavond dus de trein in richting Brugge. Om half elf in de jeugdherberg gearriveerd, slapen en om 6 uur weer op om op tijd aan de start voor het station in Brugge te staan.

Bij het buitenkomen van de jeugdherberg viel me op dat de straat nat was, er stonden plassen. Mijn grenzeloos vertrouwen in het KNMI werd direct zwaar op de proef gesteld, maar een buitje moet kunnen. Toen wist ik nog niet hoe een buitje tot een bui kan uitgroeien.

Om kwart voor zeven, 4 april 1999 startte ik dus in m'n eerste Ronde van Vlaanderen. Totaal af te leggen 275 kilometer, waarvan de laatste plusminus 130 berucht zijn. De eerste 140 zijn echter een eitje. Mijn voornemen om voorzichtig te starten liet ik dus al snel varen. Af en toe met een groepje meerijdend probeerde ik een kruissnelheid van 30 km aan te houden, wat eigenlijk vrij makkelijk lukte. Het motto "voorzichtig starten" werd dus al snel omgewisseld voor: "snel over het vlakke, dan heb ik meer tijd voor het zware gedeelte". Eigenlijk is het eerste stuk meestal vrij eentonig. Er wordt immers exact vastgehouden aan het profparcours en die volgen meestal wat groter doorgaande wegen. Nogal wat stukken fietspad en aanliggende fietsstroken dus. Dit wist ik echter van tevoren.

 

En een beesteweer...
De vlakke aanloop richting Vlaamse Ardennen

Na een paar keer stempelen begon inderdaad het geweld. Kasseien afgewisseld met steile passages. Het ergst waren natuurlijk de erg steile passages geplaveid met kasseien. In mijn geheugen gegrift staat de Patersberg, een stukje 20% met slecht kasseiendek. Ik heb geleerd dat ik zulke hellingen onder de heersende situaties (nat en zeer glibberig) met mijn ligfiets beter lopend kan bestijgen. Ook dat viel overigens nog niet mee. Gelukkig heb ik wel het gevoel dat ik deze hellingen in droge toestand met mijn M5 wel aankan, maar dit is dus mijn volgende uitdaging. in tegenstelling tot het eerste gedeelte is hier het landschap stukken interessanter, maar ook stukken inspannender.

De domper kwam na 245 km aan de voet van de Eikenberg. Met een enorme knal knapte mijn voorband. Een gescheurde voorvelg had de binnenband eruit doen komen. Een valpartij (gelukkig geen lichamelijke schade) zorgde ervoor dat ik noodgedwongen de tocht diende te beëindigen. De bezemwagen gebeld en bij aardige mensen in de huiskamer geschuild. Het regende namelijk nog steeds.
Na een uurtje kwam de bezemwagen mij oppikken en dropte mij op het station in Ninove, de finishplaats die ik helaas op een niet voorzien wijze bereikte.

Gemengde gevoelens overgehouden aan deze dag: Deze tocht is erg zwaar (zeker onder dergelijke weersomstandigheden) maar ik zat mooi op schema hem uit te rijden (275 km zo vroeg in het seizoen is verder dan je denkt). Helaas gooide materiaalpech roet in het eten. Zoals ik in mijn openingszin al zei: Deze tocht mag niet ontbreken op mijn c.v., vandaar dat ik in 2000 nog een poging ga wagen. Ijs en weder dienende tenminste, als het regent slaap ik lekker uit!

Wie meer wil weten kan mij natuurlijk mailen, of eens kijken op de site van de Ronde van Vlaanderen.

 


Terug naar welkom