Italië, week 1


5 september 1997, vertrek uit Nijmegen met de Oad fietsbus

Vanuit onze woonplaats Breda reisden we per trein naar Nijmegen, vanwaar de fietsbus ons naar Florence zou brengen. Wel even zweten of de (lig)fietsen er in de aanhanger zouden kunnen, zonder beschadigingen of andere schade te veroorzaken. Ik kan een ieder geruststellen, de ene fiets kon mooi ‘hangen’, de andere kon bovenin de bak, no problem dus. Voor ons allebei was dit de eerste kennismaking met de fietsbus, en beiden waren we van mening dat het niet de laatste zou zijn. Een comfortabele manier van reizen, ik zal niet te veel reclame maken voor Oad, maar die fietsbus is ons uitstekend bevallen. We vertrokken om 13:00u uit Nijmegen en arriveerden via diverse tussenstops in Duitsland (de Raststätte zijn helaas niet allemaal even gezellig) de andere ochtend om 9:00u in Florence.


6 september 1997, eerste etappe van Florence naar Siena, 75 km

Fietsen uitgeladen, stuur en kuipje gemonteerd en na nog wat te hebben gekletst met onze lotgenoten vertrokken richting Siena. Ondanks dat we vroeg op pad waren, merkten we al vrij snel dat de temperatuur niet onder de 30 graden zou blijven. De stad Florence uitkomen leverde geen problemen op. Licht klimmend passeer je het mooie Piazzale Michelangelo, vanwaar de Dom en de Ponte Vecchio aanstekelijk lonken.

Ponte vecchio vanaf Piazzale Michelangelo

De Ponte Vecchio

Tot over twee weken, op het moment hebben we andere plannen. Het eerste gedeelte is nog redelijk druk, voeg daarbij de temperatuur die hoger was dan verwacht, het terrein dat glooiender was dan begroot, de spieren die wel warm maar niet echt soepel waren, net een verblijf van 20 uur in de bus achter de rug en het moge duidelijk zijn dat we na 25 km. eigenlijk al het gevoel hadden dat we er 250 gereden hadden. Tijd voor een stevige rustpauze, in de schaduw van een heel mooi kerkje, waar bruid en bruidegom elkaar net eeuwig trouw hadden gezworen. Na deze stevige rustpauze kwamen we toch in een soort ritme, en konden we volop genieten van leuke dorpjes en schitterende vergezichten in de wijnstreek bij uitstek, Chianti. We zagen beiden voor het eerst druiven en olijven groeien en roken stof en zon, een fantastische ervaring. Geleidelijk kwamen we dichter bij Siena, te merken aan iets meer auto’s en meer bebouwing. In Siena is een prima camping waar we om 17:30u aankwamen en besloten twee nachten te blijven. Een vermoeiende maar indrukwekkende kennismaking met Italië.


7 september 1997, een dagje Siena

Ik denk dat Siena bij de meeste mensen geen introductie behoeft, al wat ik ervan zeg is dat het een schitterende stad is (stadje vergeleken met Florence en Rome) , waar we heerlijk rondgeslenterd hebben. De mooie Dom bezocht, lekker in de schaduw op het Piazza del Campo gezeten en niet te vergeten: Italiaans ijs gegeten. Als u meer wilt weten over Siena verwijs ik u graag naar de talloze reisgidsen waarin Siena uitvoerig wordt besproken, zelf hebben we goede ervaringen met de Capitool reisgidsen.


8 september 1997, tweede etappe van Siena naar Tuoro, 97 km

Bij vertrek uit Siena hadden we nog geen flauw idee waar de etappe zou eindigen, dat zouden we wel zien. We hadden wat problemen om Siena uit te komen, een verkeerde afslag resulteerde in een stevige klim en eindigde in het centrum, fout manneke!!! Omgedraaid dus en in volle vaart langs een drukke weg richting Le Crete. Dit is een fantastisch landschap om te zien, ontzettend leeg, dor en vreemde kleuren in vele tinten. Een enkele cypres zorgt ervoor dat je jezelf niet direct op de maan waant, maar het is onvoorstelbaar dat hier iets groeit. Toch waren boeren op tractoren met rupsbanden, die ratelden als reden ze over een betonnen weg, de akkers aan het ‘ploegen’. Asciano is eigenlijk een soort oase in deze woesternij, een mooi dorpje met een schaduwrijk pleintje en een prima bakker. Na een prachtig stukje onverharde weg tussen de olijfvelden passeren we Trequanda en Sinalunga en vlogen we via een schitterende geasfalteerde afdaling door de wijngaarden Bettole binnen, al werd de snelheid iets geminderd door het laatste klimmetje. Leuk dat ieder dorpje een waterkraantje heeft waar de bidons kunnen worden gevuld. Want dorst krijg je hier wel van al dat fietsen!


Zuipehhhh

Zoals hier in Asciano ....

Vanaf Bettole gaat het al glooiend richting Cortona, een grotere plaats die prachtig tegen de berg ligt. We laten deze echter boven ons liggen, en vervolgen onze weg richting Umbrië, de grens passeren we op het moment dat we het Trasimeense meer in zicht krijgen. Bij Tuoro (waar Hannibal met zijn olifanten in de pan is gehakt) is een niet erg bijzondere camping, waar we echter wel de tent aan het meer kunnen zetten en zodoende ook nog wat zwemwerk kunnen verrichten, heerlijk na een dagje fietsen met temperaturen dik boven de 30 graden. Zowel onszelf als de fietsbroeken in het meer laten zwemmen. De avond met een flesje wijn voor de tent doorgebracht, wat hebben we het weer slecht.....


9 september 1997, derde etappe van Tuoro naar Assisi, ongeveer 80 km

Na een frisse ochtendduik afscheid genomen van het meer. Al stijgend kwamen we aan in Magione, waar we de bakker met een bezoek vereerden. Lekker in de schaduw (werkende) mensen kijken. Volop consternatie onder de Italiaanse medeburgers over het ongeluk van Lady Di. Via nog wat drukke wegen reden we Perugia, de hoofdstad van Umbrië binnen. Daar werden we aangeklampt door een snelle Italiaan, die dacht via ons steenrijk te worden door het verkopen van ligfietsen in Italië. Althans, dat vermoedden we want hij sprak alleen Italiaans en wij geen woord. Maar ach, gebarentaal is internationaal..... De weg naar het oude centrum van Perugia stijgt stevig, maar stoppen is niet verstandig in het razendsnel voorbijrazende verkeer. Met een fiets voorsorteren naar de linkerbaan op een drukke vierbaansweg moet je eens in je leven gedaan hebben, het kan dus in Perugia. De laatste hoogtemeters zijn te overbruggen met enorme roltrappen maar helaas: verboden voor ligfietsers. Boven gekomen lekker gegeten en gedronken, daarna de kathedraal en palazzo met fontein bekeken. Hieromheen liggen kleine huisjes ingeklemd aan straten en steegjes die uit een aaneenschakeling van trappen en doorkijkjes bestaan. Bidons gevuld en na een bloedstollende afdaling in één keer de goede kant op de stad uit. Over de Tiber de velden in om na een aantal kilometers en twee lekke voorbanden in Assisi te arriveren, dat we al van heel ver tegen een heuvelwand geplakt zagen liggen. Langs bussen met en zonder toeristen geklommen en ons tentje op de camping vastgeprikt, waarna we van een welverdiende rust konden genieten.


10 september 1997, een dagje Assisi

In ons geval het Assisi van vlak vóór de aardbeving, maar dat wisten we uiteraard nog niet toen we daar rondliepen. Assisi is de stad van Fransiscus van Assisi, de patroonheilige waar de hele toeristenindustrie hier om draait. De basiliek die ter zijne ere opgericht is is erg indrukwekkend met zijn drie etages. Nog het vermelden waard is het klooster San Eremo in Carcere, een kluizenaarsoord waar St. Fransiscus met de vogels zou hebben gesproken. Het ligt hoog op een heuvel in een prachtig landschap. Men zegt dat hier nog rust en sereniteit te vinden is bij de monniken, maar helaas was daar op het moment dat wij er waren weinig van te merken. Voor meer informatie over Assisi verwijs ik hierbij naar de beschikbare reisgidsen.


11 september 1997, vierde etappe van Assisi naar Casteldelmonte, ongeveer 80 km

De kampeeruitrusting ingepakt en met een noodsnelheid de Assisi-berg afgescheurd in de richting van St. Maria degli Angeli waar -ook- een markante kathedraal staat. Verder door het dal van Umbrië (vlak) waar we opvallend veel fietsers tegenkwamen. In Bevagna een kort bezoek gebracht aan een Romeins mozaïk in een oud badhuis. We werden door een vriendelijke oude dame ontvangen die, terwijl wij het mozaïk bewonderden, buiten op onze fietsen paste. Het bezoek was zeer de moeite waard! Wederom op de fietsen gekropen om naar Montefalco te klimmen, het dak van Umbrië. Van daaruit via een wegomlegging naar Spoleto waar we het noorden en de juiste weg kwijt raakten. Uiteindelijk na wat gevraag toch de goede kant op naar San Giovanni di Baiano over een vrij drukke weg, die overigens steeds stiller werd. Aan een matige klim begonnen naar het knusse dorpje Firenzuola waar we eten scoorden voor de avondmaaltijd (spaghetti). Buiten speelden wat kinderen voetbal en werd er gelanterfanterd. Na een poosje weer op de fiets voor de laatste klim-kilometers van die dag, volgens het boekje enorm zwaar maar we waren boven voordat we het wisten. Even uitblazen op de "top", stopte er een enthousiaste Italiaan die alles over de fietsen wilde weten. Even later kwam er ook nog een fanatieke mountainbiker bijstaan om het feest compleet te maken. Gezellige jongens, die Italianen! Gezien het feit dat er in de wijde omgeving geen camping te vinden was op goed geluk naar het dichtstbijzijnde dorpje gefietst dat Casteldelmonte heette, een zeer rustiek dorpje-met-kerkje en een dorpsplein waar het sociale leven zich afspeelt tot in de kleine uurtjes. We mochten op een grasveldje in het dorp kamperen. Voedsel aan boord, een waterkraan vlakbij, vriendelijke mensen en een prachtig uitzicht: wat heeft een vakantieganger nog meer nodig?

 



Terug naar Vakantie op de ligfiets

Verder naar week 2