Ligfietsen in Noord Ierland


16 juli 2001, rustdag in Derry/Londonderry

Derry/Londonderry (de protestanten zeggen Londonderry, de katholieken Derry en in de media wordt de stad soms spottend Stroke City genoemd) is een goede plaats om een dagje rust te nemen. Het centrum is overigens betrekkelijk klein, de stadsmuur die het oude centrum omsluit is slechts één mijl lang. Er is echter van alles te zien waardoor je jezelf niet hoeft te vervelen.

Klik voor een vergroting...
Slachtoffertje van de strijd

Klik voor een vergroting...
Toren met het leger

Klik voor een vergroting...
Priester met witte zakdoek probeert gewonden te helpen

Ik begin de dag met een ontbijt in de jeugdherberg en wandel vervolgens naar de bibliotheek om een paar kranten te lezen en een kop koffie te drinken. Als ik meen genoeg wereldnieuws opgenomen te hebben wandel ik over de stadsmuur het centrum rond. De ijzeren poorten in de muren zijn nog niet zo heel lang open, vreemd te bedenken dat een jaar of 6 geleden een dergelijke wandeling helemaal niet mogelijk was. Ter hoogte van de Bogside verlaat ik de muur en daal af om de murals en het Free Derry monument eens van dichtbij te gaan bekijken. Ik ben echt onder de indruk van de murals; een manier van het volk om uiting te geven aan hun angst, woede, (politieke) overtuiging of dierbaren te herdenken. In de straten waar ik nu loop, zijn de afgelopen dertig jaar dan ook verschrikkelijke dingen gebeurd.

Na een tijdje loop ik terug naar de stadsmuur, bezoek een kerkje (Chapel of St Augustine Church) met een erg vriendelijk persoon aan de poort die me van alles vertelt over de geschiedenis van de kapel en de strijd tussen katholiek en protestant. Vlak voorbij dit kerkje staat een lege sokkel op de kerkmuur, hier heeft een standbeeld gestaan wat door de IRA is opgeblazen. Onvoorstelbaar, zo vlak onder de toren waar het Britse leger nog altijd de stad in het oog houdt. Toen ik gisteravond met de oude man uit de Bogside over de IRA praatte, wees hij stellig alle geweld van de hand. Toch sprak hij met enige trots over het huzarenstukje dat de IRA hier heeft uitgehaald.

Aan de andere kant van de stad kijk je vanaf de muur uit over de Fountain, de overwegend protestante wijk van Londonderry. Veel Union Jack, veel rood-wit-blauw gekleurde lantaarnpalen en stoepranden, maar weinig mooie murals zoals je die aan katholieke kant ziet. De exacte reden weet ik niet, wel schijnt Sinn Fein (de politieke vleugel van de IRA) nogal wat geld beschikbaar te stellen voor allerlei propaganda, waaronder de murals ook vallen. Ook in deze wijk wandel ik een beetje rond, maar keer al snel weer terug naar de muur om in het centrum wat eten te gaan kopen.

 

Across the divide
Across the divide: De symbolische handreiking over de muur van de twee partijen


Verder besteed ik mijn tijd aan het rondkijken in wat winkeltjes, wat lezen, schrijven en naar het thuisfront bellen. Een nuttige dag dus, die wordt afgesloten met een bezoek aan een uitstekende pub met goede live muziek en een leuk gesprek met twee Zwitserse vrouwen die met een auto een rondje Ierland maken. Ze zullen morgen dezelfde weg als ik gaan volgen, zeggen zelf dat ze erg slecht autorijden en vooral moeite hebben met fietsers te ontwijken. Ze geven me dan ook niet veel kans Belfast levend te halen.


17 juli 2001, tiende etappe van Derry/Londonderry naar Ballycastle, 113 km

Na een aangenaam rustdagje ben ik blij vandaag weer op de fiets te kunnen gaan liggen. Bij het ontbijt in de jeugdherberg zit ik aan tafel bij een jongen uit Tilburg die met rugzak en openbaar vervoer een rondje door Ierland maakt. We kletsen wat over Brabant en over Ierland waarna hij naar het busstation wandelt en ik op de fiets klim.


Mooie uitzichten onderweg

De wegwijzers volgend ben ik snel de stad uit en kom terecht op een saaie drukke weg waarvoor eigenlijk geen alternatief voorhanden is. 
Gelukkig kom ik na bijna 30 kilometer in Limavady aan waar de kustweg A2 afsplitst van deze vervelende weg. Vanaf nu wordt het genieten; de wind zit in de rug, aan de linkerkant water en aan de rechterkant zee. Het gaat geweldig. De eerste kilometers gaan nog noordwaarts met uitzicht op Lough Foyle met daarachter Inishowen Peninsula dat in de Republiek ligt.

De weg is en blijft rustig en nagenoeg vlak. Mede daarom schiet ik lekker op; om half 12 eet ik wat en dan blijkt dat ik al 65 kilometer heb gereden. Bij het eten moet ik wel alles redelijk goed vasthouden, de wind is flink aangetrokken maar blijft gelukkig uit de goede hoek waaien. Vlak nadat ik weer vertrokken ben, passeert een luid claxonnerende Fiat Punto met uit het raam één van de twee Zwitserse dames. Ik heb geluk, ze rijden ruim om me heen. Ook zij zijn op weg naar de Giant's Causeway, zoals bijna iedereen op deze weg. De één met de auto, de ander met de bus en een derde met een ligfiets.

Zo vervolg ik de schitterende A2 langs de Antrim Coast en arriveer na zo'n 85 kilometer bij de Giant's Causeway, een verzameling basaltblokken die als een gigantische trap uit de zee komen. Inmiddels is men erachter dat deze ontstaan is uit gestolde lava; mooier is de legende over de reus Fionn McCumhaill die de trap zou hebben aangelegd op weg naar zijn geliefde reuzin op het Schotse eiland Staffa waar ook dergelijke stenen zijn gevonden. Dit moet toch haast wel waar zijn.
Toeristisch is het hier wel, een groot bezoekerscentrum, souvenirwinkeltje, restaurants etc. Ik laat dit maar links liggen en wandel vanaf het parkeerterrein naar beneden waar je op de stenen kunt klimmen. Het ziet er  mooi uit, en ze zitten best lekker. Ik neem even een pauze, ga in de stralende zon zitten en kijk wat uit over de zee. Maak een paar foto's en droom nog een beetje verder.

Als ik de stenen gezien heb, loop ik terug naar boven en vervolg mijn weg over de A2. Een paar kilometer verder is de volgende attractie al, de Carrick-a-rede Rope Bridge. Deze brug verbindt het vasteland met een klein rotseilandje. De doorgang waarover de brug hangt is ongeveer 25 meter breed en de brug hangt zo'n 25 meter boven het water. Het ziet er gelukkig enger uit dan het in werkelijkheid is. Volgens het personeel is deze vorig jaar gemoderniseerde brug een verademing in vergelijking met de oude brug. Ongetwijfeld....
De nauwe doorgang tussen vasteland en eiland dient als natuurlijke fuik waarachter vissers hun werk doen. Bovenop het eilandje heb je een prachtig uitzicht op de kliffen en stranden  van de Noordierse kust. Geruime tijd blijf ik dan ook van het uitzicht en het prachtige weer genieten.

Klik voor een vergroting...
Giant's Causeway

Klik voor een vergroting...
Carrick-a-rede Rope bridge

Een blik op de kaart leert me dat ik vlakbij Ballycastle ben, waar een camping is. Daar aangekomen blijkt dat men 12 pond voor een nachtje vraagt. Omgerekend zo'n 44 gulden. Dit vind ik nogal duur en ik neem mijn toevlucht in de lokale jeugdherberg waar ik voor de helft van het bedrag kan overnachten. Ook Sybrand, de Tilburger, is hier gearriveerd. Grappig, de meeste mensen blijken toch een beetje dezelfde route te volgen.
Het hostel wordt gerund door een Australische vrouw, wiens naam me even is ontschoten. Een leuk mens. Ik haal een kant-en-klaar spaghettimaaltijd voor 2 personen bij de supermarkt om de hoek, eet die in mijn eentje op en besluit de avond met Sybrand in één van de vele pubs. De pubs sluiten om 11  uur, maar als je voor die tijd binnen bent mag je best nog even blijven zitten. Zo gebeurt het dat ik pas om één uur mijn bed induik.


18 juli 2001, elfde etappe van Ballycastle naar Larne, 85 km

Kwart over 8 opgestaan, beetje een Guinness gevoel in mijn maag. In de pub gisteravond hing een bordje met de slogan Guinness is good for you. Ik heb nu zo mijn twijfels. Vandaag kan ik in één keer doorrijden naar Belfast en daar in de avond arriveren, of ergens voor Belfast nog een camping zoeken en morgenochtend het laatste stukje naar Belfast fietsen. Ik zie wel hoe het loopt.

Voorlopig de A2 maar weer eens oppikken. Na een paar kilometer kom ik aan een splitsing waar de A2 rechtdoor loopt en een klein weggetje aangeduid als scenic drive afsplitst naar de kust toe. Ik laat me verleiden tot de scenic drive en rijd richting het water. Terwijl de A2 al kilometers licht glooiend min of meer de kust volgde ben ik nu op een weggetje terechtgekomen waar ik gedurende vele kilometers geen vlak stukje tegenkom. De afdalingen worden meestal snel vergeten, de klimmetjes kan ik me nog erg goed herinneren. Vele haarspeldbochten en stukken die voor mijn gevoel oplopen tot boven de 15 procent. Het is fantastisch hier te fietsen, je moet er echter wel wat voor over hebben. Gelukkig kom ik na een tijdje in Cushendun weer terug op de A2, het was een zware omweg maar ik heb er geen spijt van.

In het volgende dorp, Cushendall, koop ik in een supermarktje een krant en wat eten. Ik installeer me in de zon en lees en eet wat. Even uitrusten van het loodzware traject dat achter me ligt.
Op de kaart zie ik dat vanuit Cushendall een weg naar het Glenariff Forest Park loopt. Lijkt me wel interessant en aangezien ik me nergens voor hoef te haasten, besluit ik daar ook eens een kijkje te gaan nemen. De eerste kilometers lopen vervelend erg vals plat omhoog. Na een tijdje gaat het gemakkelijker en rijd ik het bos in. De borden volgend maak ik een ruime bocht en daal terug af naar Glenariff aan de A2. Een flinke omweg die best de moeite waard is.
De rest van de weg richting Belfast blijf ik op de A2.


Zo loopt de weg verder naar Belfast

Bij Larne zie ik een camping en besluit daar m'n tent nog eens op te slaan om nog een laatste nacht te kamperen. Het weer is prachtig, ik schat zo'n 23 graden met een strakblauwe lucht. De tent opgeslagen en lekker een beetje op het gras gelegen. Even koken, nog een stukje gewandeld, Jan Schuurman in Belfast bellen (waarover later meer) en op tijd de slaapzak in. Op het moment dat ik in slaap dreig te vallen hoor ik de eerste druppels op de tent, niets is veranderlijker als het weer in Noord-Ierland.


19 juli 2001, twaalfde etappe van Larne naar Belfast, 50 km

Vandaag is mijn verjaardag maar daar sta ik verder niet echt bij stil. Zonder kado's, ontbijt op bed of andere verrassingen pak ik de natte tent in en vertrek voor de laatste 50 kilometer naar Belfast. Ik heb de wind lekker in de rug dus de snelheid schommelt meestal tussen de 30 en 35.  De A2 wordt naarmate ik Belfast nader drukker en drukker. Niet rampzalig, maar vergeleken bij gisteren valt het wel op. Nog even ergens geld pinnen, en sneller dan verwacht rijd ik Belfast binnen, op zoek naar de Donegall road waar het international youthhostel is gevestigd.

 

Even poseren tijdens een ontmoeting met een groepje Ierse fietsers
Even poseren tijdens een ontmoeting met een groepje Ierse fietsers langs de A2


Met wat vragen en zoeken klaar ik ook deze klus en schrijf in. Erg druk, ik heb geluk en boek het laatste vrije bed. De fiets kan binnen onder de trap staan. Ik ga eerst maar eens onder de douche. Sleep daarna de natte tent de kamer op zodat alles kan drogen en ga op zoek naar een kop koffie. Aangezien ik vanochtend vroeg vertrokken ben, en de wind gunstig was is het nu nog maar half 11 en heb ik eigenlijk dus nog de hele dag te gaan. Goed vooruitzicht.

Voor vanmiddag heb ik afgesproken met Jan Schuurman, een Nederlandse freelance journalist die rondleidingen verzorgt langs de Belfastse murals. Op weg naar Jan kom ik langs een internetcafé en besluit even wat mensen in Nederland te mailen. Toeval of geen toeval, maar hier kom ik Sybrand weer tegen...

De rest van de dag zal opgaan aan de rondleiding, op de volgende pagina zal ik hier wat meer over vertellen.

 


Verder naar Belfast en de terugreis

Terug naar Ligfietsen in de republiek

Terug naar Vakantie op de ligfiets